Deze week weer standby-dienst.
Omdat er inmiddels wat collega’s weg zijn, draait die dienst wat vaker dan me lief is. Het beperkt je behoorlijk, en vooral de onzekerheid tijdens het hardlopen maakt het lastig: elke training kan zomaar onderbroken worden. Dus ook dit weekend aangepast trainen en vooral in de buurt blijven.
Afgelopen week ging het trainen gelukkig prima en zaterdag stond de lange duurloop op het programma. Rustig aan, met als doel minimaal marathonafstand.
Ik ging deze keer niet heel vroeg de deur uit. Maaike was vrij, dus eerst samen ontbeten en daarna nog even gecheckt of alles bij de klant in orde was. Liever proactief oplossen dan later een P1-alert.
Met flinke mist vertrok ik zonder echt plan. Het zouden toch rondjes in de buurt worden, dus veel maakte het niet uit. Ik begon aan het vertrouwde rondje Sprundel en besloot bij de atletiekbaan het simpel te houden: rondjes lopen. Bij een oproep kon ik dan binnen twintig minuten weer achter mijn scherm zitten.
Op de baan is één rondje 400 meter. Elke 2,5 rondjes is een kilometer, elke 5 rondjes twee. Ik had al 8 kilometer gelopen, dus besloot door te gaan tot 34 kilometer en daarna dezelfde weg terug te nemen. Dat betekende 65 rondjes, met als enige afwisseling elke tien rondes van richting wisselen.
Wat me opviel: met de klok mee liep ik telkens sneller dan tegen de klok in, zo’n 5 tot 10 seconden per kilometer verschil. Wind? Vermoeidheid? Of toch gewoon toeval.
De zon probeerde door de mist heen te komen, maar zonder veel succes. Het voelde kil, al stond er weinig wind. Na 65 rondjes verliet ik de baan en liep ik rustig terug naar huis. Geen oproep gehad — dat scheelt.
Zondag liep ik ontspannen uit en ging ik nog even langs ma. Net toen ik koffie had ingeschonken ging de telefoon, dus weer snel terug naar huis.

De standby-dienst loopt tot halverwege tweede kerstdag. Tijdens het kerstdiner kan ik in ieder geval niet meer gestoord worden. Ook dat is wat waard.
